Amnesty International: "Myanmar bouwt legerkampen in verlaten dorpen van Rohingya "

Het is geen geheim dat het leger van Myanmar zijn veiligheidsinfrastructuur in Rakhine vorig jaar al wilde uitbreiden. In die deelstaat was midden vorig jaar een militie van de Rohingya-minderheid actief. Maar de repressie van het leger tegen die opstand was in verhouding zeer ingrijpend.

Naar schatting 700.000 Rohingya-burgers zijn de voorbije 6 maanden naar buurland Bangladesh verdreven. Dat ging volgens mensenrechtenorganisaties en de VN gepaard met niets ontziend geweld, zoals  massamoorden, verkrachtingen en plunderingen. Verschillende dorpen zijn platgewalst of platgebrand, zo lieten satellietbeelden midden vorige maand al zien. 

Maar volgens het laatste rapport van Amnesty International, Remaking Rakhine State, zijn er sindsdien op een aantal platgebrande dorpen nieuwe gebouwen gezet: huizen voor burgers van andere bevolkingsgroepen én militaire kampen.  Bovendien zijn nog andere dorpen vernield. Amnesty baseert zich op nieuwe satellietbeelden en -foto's en op getuigenissen. 

Het plaatje is nog niet volledig, schrijft Amnesty International, maar de situatie verhoogt het risico voor de achtergebleven Rohingya en de  honderdduizenden die naar buurland Bangladesh zijn gevlucht. Volgens een akkoord tussen de twee landen mogen ze in de loop van de volgende twee jaar terugkeren naar hun land.  (lees voort onder foto)

Er zijn vermoedens dat de overheid van Myanmar ook de sporen wil uitwissen van de repressie van de voorbije maanden. De internationale druk om een onderzoek te voeren wordt steeds groter. Maar Myanmar weigert voorlopig om onderzoekers toe te laten tot het gebied.