Zo ziet de huisgevel van de toekomst eruit

De stad van de toekomst is groen: planten houden vocht vast en brengen koelte. Tijd om tegels uit de stoep te lichten en een geveltuin voor te bereiden die er het hele jaar goed uitziet.

Aan het kleine, smalle domein van pissende honden, zwalkende toeristen en zwerfkatten valt voor de tuin- en landschapsarchitect weinig eer te behalen. Toch is het ontroerend om te zien hoe de stadsbewoner met de rug tegen de muur van het kleinste open plekje toch steeds weer iets moois weet te maken. Het is tuinieren met een handicap, en daarom extra bewonderenswaardig.

Hoe ga je om met de drie ‘vijanden’: kat, hond en benevelde toerist? Het antwoord daarop is allang gevonden: de lucht in. De houtige stengel van een klimplant kan een straal urine wel verdragen en daardoor veranderen veel binnensteden zo langzamerhand in een monocultuur van blauweregen, een enkele keer afgewisseld met een klimroos. Een feest in mei, maar daarna is er niet veel meer aan. Terwijl er toch wel iets meer klimt dan alleen de blauweregen: klimop, klimhortensia, boomwurger, clematis, bruidssluier, kamperfoelie, wilde wingerd - allemaal klimmen ze als de beste.

Het tegenovergestelde is de geveltuin vanuit de losse pols: je strooit allerlei zaden uit tussen de straatstenen of stoeptegels en ziet wel wat ervan komt. En wat komt ervan? Stokrozen, stokrozen en nog meer stokrozen. De stokroos is een van de weinige planten die het tussen de straatstenen beter doet dan in de goed bemeste tuin.

Zoals zoveel tuinen stort de geveltuin aan het einde van de herfst in. De geveltuin is een zomertuin. Dat kan anders. Waarom niet gebruikmaken van het microklimaat van de stad en experimenteren met een groenblijvende magnolia of mimosa? Met palmen en cactussen? Waarom geen sierappel met een daarop groeiende mistletoe naast de voordeur? Kom op, geveltuinier, laat de fantasie eens werken. Mogelijkheden genoeg.

Bekijk hier onze woonvideo's.